Uitschakelbare mechanische waterpomp
Bij de 1,2 l-TSI-motor wordt voor het snel bereiken
van de bedrijfstemperatuur een uitschakelbare,
mechanische waterpomp gemonteerd.
Tot aan een temperatuur van 87 °C is de waterpomp
dan ook tijdens het warm draaien van de
motor niet ingeschakeld. De koelvloeistof circuleert
dan ook niet door het hele motorkoelcircuit,
de motor bereikt sneller zijn bedrijfstemperatuur,
wat een positieve invloed heeft op het brandstofverbruik,
de CO2-emissie en de uitlaatgassamenstelling
Werking
Waterpomp
- zonder koelvloeistofcirculatie:
De regelklep voor de waterpomp N513 wordt
aangestuurd door het motorregelapparaat en
geeft de toevoer in het inlaatspruitstuk vrij. Via
de onderdruk uit het inlaatspruitstuk wordt een
membraan belast, die via een zuigerstang is verbonden
met de regelschuif. Door de onderdruk
verplaatst de regelschuif zich ten opzichte van
het schoepenwiel van de pomp en blokkeert zo
de koelvloeistoftoevoer in het motorkoelcircuit.
Waterpomp
- met koelvloeistofcirculatie:
Het motorregelapparaat sluit de regelklep voor
de waterpomp N513 en op de membraan van de
pomp heerst geen onderdruk. De veren drukken
de membraan en de hiermee verbonden regelschuif
terug in de uitgangsstand. Het schoepenwiel
van de pomp wordt vrijgegeven en de koelvloeistof
wordt rondgepompt in het motorcircuit.
Voor het opnieuw inschakelen van de waterpomp
worden klep N513 meerdere malen per seconde
met een frequentie van ca. zeven seconden gesloten
en geopend.
Hierdoor wordt gewaarborgd dat de regelschuif
bij het terugschuiven niet scheef wordt gedrukt en
het schoepenwiel niet geheel is vrijgegeven.