Zoals meerdere malen al is geschreven; door te lage toerentallen (onder de 1500 toeren) komt er veel kracht op de krukaslagers te staan. Sommigen zullen zich afvragen waarom? Hier een korte uitleg, in de hoop dat mensen een beetje de kennis hebben van motoronderdelen...
Bij lage toerentallen (belast in hoge versnelling): Wanneer de drijfstang nog rechtop staat, ontstaat er boven de zuiger door het lage toerental al een verbranding. Omdat de zuiger recht naar beneden wordt gedrukt, en de drijfstang nagenoeg nog verticaal omhoog staat, worden de krukas/drijfstanglagers aan de onderzijde zeer zwaar belast, met snelle slijtage tot gevolg.
Bij een hoger toerental (meer richting het toerental waar het koppel van de motor ligt) staat de drijfstang al onder een grotere hoek, omdat de krukas al wat verder verdraaid is. Op het moment dat er boven de zuiger de verbanding plaats vindt, kan de zuiger makkelijker verder naar beneden geduwd worden (omdat die drijfstang al onder een hoek staat).
Vergelijk het met je fiets: Wanneer je trapper rechtop staat, en je zet er kracht op, gebeurd er niet veel. Er komt alleen veel gewicht op je naaf te staan.
Wanneer je trapper iets verder naar voren bewogen staat, en je zet dan kracht, is het veel gemakkelijker om de fiets op gang te krijgen.
Vertrouw dus niet blindelings op je schakelindicator. Schakel niet te vroeg naar een hoge versnelling.
En af en toe even in een zo hoog mogelijke versnelling doortrekken naar zo'n 4000 omw/min. Voor dieselmotoren is dat geen probleem (uiteraard met een goed olieniveau, distributieriem in goede conditie, etc).
Bij hogere toerentallen wordt alle roet uit de turbo en EGR-troep uit de inlaat van de motor geblazen.
Praktijkvoorbeeld; Er zijn aardig wat motoren, waarbij het inlaatspruitstuk gedemonteerd is, waarbij de kanalen (die naar de inlaat kleppen toe gaan) helemaal dicht geslipt zaten met troep. De gaten waren 2x zo klein geworden. Grotendeels de fout door het altijd rustige rijden.
Ook heb ik een keer een kapotte turbo gezien; er was altijd zo rustig mee gereden, dat de schoepen van de turbo en het slakkenhuis vol zaten met roetdeeltjes. Totdat de beste meneer op vakantie de bergen in ging met zijn caravan. De turbo werd na zeer lange tijd voor het eerst flink belast, en werd roodgloeiend heet. Maar ook de roetdeeltjes in de turbo. Deze roetdeeltjes gingen ook gloeien, waardoor de turbo oververhit raakte (en in de bergen op de heenweg dus spontaan kapot ging). Ook puur door altijd rustig rijden.