Zag gisteren een
artikel in het AD wat hier op aansluit:
Reservewiel hoort bij een auto
Veel automobilisten denken dat hun auto wel een reservewiel aan boord heeft, maar dat is vaak niet het geval. Mochten mensen onderweg pech krijgen dan is een geschikt reservewiel vinden onderweg kostbaar en tijdrovend.
Een zogenoemde bandenreparatieset is geen volwaardig alternatief voor het reservewiel. Een reservewiel hoort bij een auto, dat vindt de ANWB.
Tegenwoordig worden veel auto’s standaard uitgerust met een bandenreparatieset. Indien de automobilist een lekke band heeft, spuit men vloeistof in het rubber en pompt men de band op met een compressor.
De ANWB Kampioen deed een eenvoudige praktijktest waarbij een onervaren bestuurder bij drie testauto’s een band lek reed - het blijkt dat er verbazingwekkend lang gereden kan worden voordat men door heeft dat de band lek is - en daarna het bandenreparatiemiddel toepaste.
Heel simpel leek het allemaal niet te gaan. Om te beginnen waren alle gebruiksaanwijzingen niet in het Nederlands. In één geval liep het vulmiddel even hard weer uit de band en verpestte de handschoenen van de testpersoon. Ook bleek het niet eenvoudig om het juiste stroompunt in de auto te vinden om de compressor te laten werken. Deze compressor werkt met een aan/uit knop maar de bestuurder moet zelf in de gaten houden of de juiste bandenspanning is bereikt.
De bandenreparatiesets kunnen niet gebruikt worden als het gat in de band groter is dan vier mm en ook niet bij scheuren in de wang van de band. Bovendien is de houdbaarheid van zo’n set beperkt. Deze moet om de twee tot drie jaar vervangen worden. De prijzen van de set varieren van € 40 tot €100, terwijl een reservewiel vanaf €50 te krijgen is.