APK Keuringseisen
5.2 Personenauto’s Ophanging
Keuringseisen Wijze van keuren
Regelgeving Algemene Periodieke Keuring Aanvulling 13 corr versie 12-2007
35
§ 6. Ophanging
Artikel 5.2.27 banden
1. De wielen van personenauto's moeten zijn
voorzien van luchtbanden.
Visuele controle.
2. De banden mogen geen beschadigingen vertonen
waarbij het karkas zichtbaar is.
3. De banden mogen geen uitstulpingen vertonen.
Leden 2 en 3. Visuele controle, terwijl de
personenauto zich boven een inspectieput of op een
hefinrichting bevindt, waarbij het wiel wordt
rondgedraaid.
4. De profilering van de hoofdgroeven van de
banden moet over de gehele omtrek van het
loopvlak ten minste 1,6 mm bedragen, met
uitzondering van slijtage-indicatoren.
Visuele controle, terwijl de personenauto zich
boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt, waarbij het wiel wordt rondgedraaid. In
geval van twijfel wordt de profieldiepte gemeten
met de profieldieptemeter.
De minimale profieldiepte wordt gemeten in de
brede groeven waarin door de fabrikant de
maximale diepte is bepaald, alsmede in de groeven
waarin een slijtage-indicator aanwezig is.
5. De banden mogen niet zijn opgesneden. Van
opsnijden is sprake indien slijtage-indicatoren
zijn weggesneden, indien de profielvorm van de
groef afwijkt van de originele profielvorm, of
indien in de bodem van de groef het karkas van
de band zichtbaar is.
De wijze van keuren bij het tweede en derde lid is
van toepassing.
6. De banden op een as moeten dezelfde
karkasstructuur hebben, onverminderd het
bepaalde in artikel 5.18.32.
Toelichting:
Artikel 5.18.32 vermeldt het volgende:
Personenauto’s behoeven in geval van nood
(bijvoorbeeld bij gebruik van een reservewiel of
noodwiel) niet te voldoen aan het bepaalde in artikel
5.2.27, zesde lid, mits in dat geval de rijsnelheid en
het rijgedrag worden aangepast.
Visuele controle.
7. Het loopvlak van de banden mag geen metalen
elementen bevatten die tijdens het rijden
daarbuiten kunnen uitsteken.
Visuele controle, terwijl de personenauto zich
boven een inspectieput of op een hefinrichting
bevindt.