Aerodynamica werkt idd eigenlijk volgens een regressie model..de weerstand stijgt exponentieel (heb de formules niet meer paraat
) met toenemen van de CW waarde. Veel denken dat een potlood punt vorm het meest efficiënt is, helaas..dat blijkt de druppel vorm te zijn, dus rond van voren en uitlopend van achter. Dat heeft weer veel te maken met de drag factor, en dat is eigenlijk de luchtzak (lage druk gebiedje) die je achteraan je aan trekt en dus een tegenkracht opwekt. De rechte achterkant van de Yeti is zo'n drag opwekker..
Overigens vind men nog vrijwel "dagelijks" uit dat de modellen nog niet allemaal kloppend zijn met de natuurkundige waarheden! Er blijken bijv. veel meer overeenkomsten te bestaan tussen hydrodynamica en aerodynamica ondanks dat lucht en water natuurkundig andere vormen zijn. De Bulbsteven bij schepen is gebaseerd op kennis rond walvisvormen. De russen hebben in de vliegtuigindustrie de werking van de haaienhuid (die niet glad is..) geprobeerd, het feit dat er "deuken" zitten in een glofballetje is hier ook op gebaseerd, allemaal om de zgn grenslaag (een lage druk gebiedje tussen oppervlak en de lineaire luchtstroom) te verkleinen. Ook Airbus had met zijn Guppy (vrachttoestel met groot frontaal oppervalk) een kleinere dragfactor dan ze zelf berekend hadden. Ook de 747 (intro 1970!) is daarvan een voorbeeld.
De F16 was bij mijn weten het 1e toestel dat een zodanig kleine grenslaag over de vleugels heeft dat ie zonder computors niet te vliegen is (dus onvoldoende eigen draagvermogen op de vleugels en rompvlakken) maar daardoor juist zeer wendbaar en snel (wat de bedoeling is van een fighter).
Kortom er is veel over te zeggen! Maar alle oplossingen die de mens toe heden heeft gevonden zijn compromissen tussen vorm en gebruik